Op een
zondagmiddag, ergens in 1986:
“Zullen we
karate-fillems huren”. “Da’s een goed plan, maar je bedoelt zeker
kung-fu-films, want karate is Japans, en die banden die we huren zijn
Chinese films, en daarin wordt kung-fu gebruikt. In Japan doen ze karate
en in China doen ze kung-fu, snappie?” “Ok, als jij het zegt… zullen we
dan nu naar de videotheek gaan? Hoop dat ze weer nieuwe karate-fillems
hebben”. “KUNG-FU-films, ja…???”
Aangekomen
bij de videotheek lopen we direct door naar de banden onder het bordje
‘Karate’. “Zie je wel, er staat ‘Karate’…” Ik trek me al niks meer aan
van die onkunde van m’n klasgenootje. En degene die dat bord ‘Karate’
bij de kung-fu films heeft neergehangen is al net zo’n grote onbenul.
Nee, mijn aandacht is nu volledig gevestigd op al die honderden kung-fu
banden. Die machtig mooie hoezen met kleurrijke afbeeldingen van
heldhaftige krijgers in vervaarlijke houdingen. Onverslaanbare
vechtkunstenaars uit het mystieke China van lang vervlogen tijden toen
men er niets anders deed dan de dodelijkste vechttechnieken trainen.
Films met titels als ‘Born Invincible’, ‘Killer Army’, ‘Invincible Fists
of Kung-Fu’, ‘Point the Finger of Death’, ‘Shaolin Death Squads’ of wat
dacht je van ‘Kung-fu Terreur in Amsterdam’… dat moeten stuk voor stuk
wel ‘wreedaardige fillems’ zijn! Om het nog aanlokkelijker te maken
staan er op die hoezen schreeuwerige teksten als: “Patriotten uit de
Shaolin tempel binden de ongelijke strijd aan met de wrede overheersers
van de Manchu dynastie” of “Zal men met de nieuw geleerde
adelaarsklauwtechniek de super dodelijke luipaardvuist kunnen
verslaan…?” Na lang kiezen en ruziën huren we uiteindelijk vijf van deze
‘vette fillems’ voor vijfentwintig gulden. En dan mag je ze voor een
week houden. Niet dat we die week nodig hebben, want na anderhalve dag
zullen we al klaar zijn; dwz. als we ze in een rustig tempo kijken.
Bij mij thuis
aangekomen kan het feest beginnen. Ik haal een band uit een zwarte hoes
met de koeienletters WARNER HOME VIDEO, met daaronder wat kleine Chinese
karakters in het rood en dan de filmtitel in nog grotere koeienletters.
De film wordt aangekondigd met het bekende gele logo en bijbehorende
fanfaremuziekje. Direct daarna zien we allerlei vechtende mannen die in
kleurrijke kostuums of ontbloot bovenlijf hun kung-fu kunsten
demonstreren op een rode achtergrond. Telkens als er tekst verschijnt
wordt het beeld even stil gezet. Dit alles wordt begeleid met wat
bombastische muziek. Prachtig, zo hoort het. De film kan voor ons al
niet meer stuk! Maar wat doen die zwarte balken aan de boven- en
onderkant van m’n scherm? Gelukkig zijn die na de opening credits weer
weg. Maar goed ook, want ik wil natuurlijk niks van de film missen. We
krijgen de een na de andere vechtscène in rap tempo voorgeschoteld. Ik
wist niet dat mannen met een paardenstaart in hun haar zo goed konden
vechten! Ik zit helemaal weg te dromen. Alsof ik die hoofdrolspeler ben
die in z’n eentje dat hele leger tegenhoudt. Het zou alleen iets
makkelijker vechten zijn zonder die vijftien pijlen door z’n lichaam.
“Nou, in ‘t echt is dat niet mogelijk hoor” hoor ik opeens m’n
klasgenootje naast me roepen. Geïrriteerd omdat ik door zo’n loze
opmerking uit m’n droomwereldje wordt gehaald mompel ik iets terug in de
trant van “…David Hasselhoff die tegen z’n zwarte auto praat en dan ook
nog antwoord terugkrijgt; dat is lekker ‘mogelijk’…”
Nu komt het mooiste.
Het eindgevecht. Op de hoes staat dat de film 90 minuten duurt, en de
film is nu net een uur bezig. Dat wilt dus zeggen dat dit laatste
gevecht maar liefst een half uur gaat duren. We zien hoe onze helden en
heldinnen er alles aan doen om die gemene gevaarlijke man met dat lange
witte haar en baard uit te schakelen. Alle dieren worden geïmiteerd,
alle steek- hak- en slagwapens worden gebruikt. Echter, niets helpt
tegen deze uiterst dodelijke priester. Maar dan vindt men onverwachts de
zwakke plek van de witharige schurk. Zo wordt hij uiteindelijk
verslagen. Terwijl hij op de grond aan het vallen is wordt het beeld
stilgezet en verschijnt ‘THE END’ op het scherm. Ik heb ondertussen al
de volgende film uitgekozen.
Nu, twintig jaar later
ben ik nog steeds op zoek naar films van bovengenoemde genre. Maar nu
zie ik ze het liefst wél met die zwarte balken. M’n oud-klasgenoot kijkt
alleen nog maar naar ‘serieuze films’ wat die ook moge inhouden. Dus zit
ik nu met jullie opgescheept als ik over kung-fu films wil praten.
Gelukkig heeft de webbeheerder het wel allemaal begrepen en heet deze
website niet
www.karatefillems.nl. Aan
iedereen nog de beste wensen, en ik hoop dat we allemaal over nog eens
twintig jaar nog steeds van kung-fu films zullen genieten!
Si Chang
|