|
Fu Yu (Wong Yue) brengt
zijn vrije tijd door als gokker en werkt bij een begrafenisondernemer. En
die twee dingen combineren perfect. Iedere keer als er iemand begraven
wordt gaat hij s’avonds naar het graf om de kist op te graven en alle
waardevolle bezittingen van de overledenen te roven. Niet echt het werk
van iemand met een geweten, maar de doden hebben er toch niks meer aan.
Met zijn verse buit gaat hij naar het lokale casino om het in te
wisselen voor geld, en zijn geluk te beproeven. Op een avond krijgt hij
het voor elkaar om een geest te beledigen door in zijn urn te urineren (niet het meest slimme wat je kan doen). Geschrokken vlucht hij naar hij
en beschermd zich zelf met wierook en Boeddha beelden. Eenmaal bekomen
van de schrik besluit hij met Boeddha beeld en al maar naar het casino
te gaan. Zijn buit levert veel op en zijn geluk nog meer. Als hij naar
huis gaat met zijn gewonnen geld, wordt hij in de val gelokt en al zijn
geld wordt geroofd. Verdrietig en teleurgesteld keert hij terug naar
huis waar de geest nog steeds op hem wacht. De geest beloofd Fu Yu niks
te doen als hij een opdracht voor hem uitvoert, het vermoorden van 4
mannen. Samen gaan ze op pad om missie te volbrengen. Een geest kan
natuurlijk overdag niet reizen dus draagt Fu Yu een stro hoed op zijn
hand waar de geest zich onder verstopt. Maar Fu Yu zou zichzelf niet
zijn als hij de geest niet zou belazeren.
Een bijzonder verrassend geheel en dit is vooral te
wijten aan Wong Yue die
hoofdzakelijk uitblinkt op het komische vlak, er valt dus nog al wat te
lachen in deze film. Geen overdreven grappen, maar subtiele details en
vooral stommiteiten van de hoofdrolspeler. Op kung fu gebied schittert
Wong Yue niet echt, maar het wordt leuk gemaakt door het gereedschap wat
hij gebruikt voor zijn nachtelijk klusjes. Een demontabele schep die uit
ongeveer tien delen bestaat, in een handomdraai wordt er een bijl of
ander slagwapen van gemaakt. Wilson Tong daar in tegen steelt zoals
altijd de show met zijn geweldig voetwerk, iets wat ook al te zien is in
de film “the victim” met Sammo Hung. Het enige wat er een beetje
ontbreekt in “the young avenger” zijn goeie training scènes. Er
zitten twee momenten in dat er getraind wordt en een hier van is wel heel
bijzonder te noemen. Wong Yue loopt rond in een soort bamboe constructie
die hij op zijn schouders draagt, zodat hij kan reizen en trainen.
Redelijk inventief dus. De muziek zijn fragmenten van de filmmuziek van
Sergio Leone's “Duck, you sucker”. Eigenlijk is het verhaal heel
matig, niets wordt goed onderbouwd maar toch verveelt de film geen moment
en kan je hem zo een tweede keer kijken. |