|
Tung Chen Chin (Lo Mang) de sterkste
man van Shaolin krijgt de opdracht om naar Kanton te gaan. Hier moet hij
op zoek gaan naar Hu Wei Chin (Chang Sheng). Samen moeten ze de strijd
aangaan met de Chins. Zij zijn momenteel aan de macht en hebben het
hoofdzakelijk op de Shaolin mannen gemunt. Tegelijkertijd besluit de Wu
Tang clan om zich te mengen in de strijd tegen Shaolin. Ze zien namelijk
dat de Chins steeds meer terrein winnen en willen op goede voet met ze
blijven. De jongste van de clan, Wei Ting Kung (Chin Siu Ho) heeft zijn
twijfels en beschouwd dit plan als verraad. De Wu Tang is namelijk ontstaan
vanuit Shaolin. Zijn mening hierover wordt afgewimpeld en het plan wordt
door gevoerd. Zodra Tung Chen Chin aankomt in Kanton loopt hij
onmiddellijk tegen een confrontatie met een van de beste vechters van de
Wu Tang clan aan. Tung Chen Chin wint op kracht, maar is niet berekend
op het geheime wapen van deze Wu Tang man en raakt gewond door een van
zijn werpmessen. Ernstig gewond weet hij te ontsnappen en wordt gevonden door Chin Ta Lei (Sun
Chien) die samen met zijn zus woont. Beide zijn uitzonderlijke vechters
en ook bekend met de werpmessen van de Wu Tang. Als Tung Chen Chin weer
helemaal op krachten is, leren ze hem een speciale techniek om deze
messen te vangen. Hij wordt deze techniek snel meester. Een paar dagen
later ontmoet hij Hu Wei Chin, de man waar hij naar opzoek is. Helemaal
op volle sterkte gaan ze de strijd met de Wu Tang en verslaan de man met
de werpmessen. Dit valt natuurlijk niet goed bij de Wu Tang en ze
bedenken een plan om dit Shaolin top team te verslaan.
‘Two Champions of death’ werdt
gemaakt door de zelfde acteurs en regisseur die ook de klassieker
‘Five venoms’ maakte. Alleen Kwok Choy speelt geen rol, maar nam de
choreografie voor zijn rekening. Er doen diverse verhalen de ronde over
de reden hiervan. Het schijnt dat Lu Feng en Kwok Choy onderling nogal
wat strijd hadden over de choreografie van deze film. Dit liep zelfs zo
erg op dat Kwok Choy zijn rol weigerde en zich alleen met de
choreografie bezig hield. Regisseur Chang Cheh trok deze confrontatie
recht door in zijn volgende film 'Ode to gallantry' Lu Feng geen rol te
geven en hier mee was het probleem ook meteen opgelost. Lo Mang speelt
duidelijk de hoofdrol en laat zijn vaardigheid op het gebied van kung fu
goed zien. ‘Two champions of death’ is absoluut de film waarin hij
het beste van zijn kunnen laat zien. Chang Sheng vult hem goed aan en
dit komt hoofdzakelijk omdat ze elkaars tegenpolen zijn. Lo Mang
krachtig en groot en Chang Sheng snel, behendig en klein. Zoals altijd
in een film van regisseur Chang Cheh speelt de mannelijk verbroedering
een grote rol. Het grote verschil in deze film is dat er twee actrices
in spelen die redelijk hun mannetje staan, er zit zelfs wat romantiek in
verwerkt. Heel bijzonder voor een man die altijd hele stoere mannen
films maakt. De bekende sets van de Shaw studio’s zijn nadrukkelijk
aanwezig en alles is binnen gefilmd. Dit draagt geweldig bij aan de
sfeer van de film en geeft het dat lekkere oubollige karakter mee. Alles
draait om het verhaal en de gevechten staan op de tweede plaats. Dit
betekend niet dat ze kwalitatief minder goed zijn, ze zijn gewoon wat
minder aanwezig. Op zich is het verhaal niet zo gecompliceerd. Door de
ruime variëteit in karakters, die allemaal goed in het verhaal
meedraaien, krijgt het meer diepgang. Ook is er een grote afwisseling in
wapens en stijlen. Met als absolute topper Lu Feng. Hij hanteert met
gemak een wapen, wat een soort kruising is tussen een speer en een
hellebaard, maar dan met drie punten. Alles is dus perfect in balans en
wordt gebracht met een vleugje humor en een tikkeltje menselijkheid. Het
laatste zorgt er, samen met het feit dat de film goed uitgedacht is,
voor dat dit een absolute top film is die ik iedereen kan aanraden.
Copyright
kungfufilms.nl (2003) |