Een grote groep wegwerkers worden
continue door hun werkgever afgebeuld. Niet alleen krijgen ze regelmatig
te weinig betaald, maar ook worden ze gedwongen om zonder loon over te
werken. Als er op de uitbetalingdag een confrontatie komt tussen de
werkers en de leiding is Wu de eerste die zijn mond open doet. Al snel
moet hij het bekopen met een behoorlijk pak slaag van de voorman. Ku
Ding (Chen Wo-fu) ziet dit alles gebeuren en wordt razend. Ook al traint
hij al tien jaar de kung fu stijl Tai-Chi toch weet hij zich in te
houden. Kung fu is voor de verdediging en niet om mensen mee te
verwonden, iets wat hem door Master Yuen (Yeung Chi-hing) regelmatig op
het hart gedrukt is. Vrijwillig laat hij zich door zijn werkgevers
afranselen iets wat hij door zijn training goed weet te doorstaan.
Helaas blijft het niet alleen bij deze pesterijen. Jin Dai-sing (Frankie
Wai Wang) de zoon van de grote baas is nogal een arrogante blaaskaak die
met niets of niemand rekening wenst te houden. Hij beschouwt de arme
werknemers als minder volk waar hij mee kan doen wat hij leuk vindt. Jin
Dai-sing verkracht eerst de vriendin van Ku Ding en geeft daarna de
opdracht om Master Yeung te vermoorden. Master Yeung weigerde namelijk
om met Jin Dai-sing te vechten omdat hij er geen reden toe zag. Dit
maakte Ah Jen zo kwaad dat hij zijn mannen de opdracht van de aanslag
gaf. Het duurt even voordat Ku Ding de puzzelstukjes op de juiste plaats
heeft. Uiteindelijk komt hij tot de conclusie dat Jin Dai-sing de dader
moet zijn van de gruwelijke moorden op zijn vrienden. Ku Ding vind het
vreselijk dat hij in deze situatie beland en realiseert zich
uiteindelijk dat er niks anders op zit dan te vechten.
Een film die wat verhaal betreft het
beste te vergelijken is met 'The big boss' van Bruce Lee. Ten allen tijde
probeert de hoofdrolspeler te voorkomen dat hij moet vechten tot hij
echt niet anders kan. Maar 'The shadow boxer' is absoluut een film die
op zichzelf staat en dus ook genoeg te bieden heeft. Wat erg bijzonder
is voor een film uit deze tijd is de gekozen kung fu stijl, Tai-Chi. In
het begin van de film is er een korte uitleg over deze interne stijl van
kung fu en hoe de kracht van de tegenstander gebruikt wordt om te
winnen. Chen Wo-Fu heeft een vastberaden uitstraling en weet zijn
emoties goed over te brengen. Voor hem was dit zijn enige hoofdrol, want
nog voordat de film in première ging is hij overleden. Over zijn dood
is helaas niet veel info te vinden, maar het zou hier om een zelfmoord
gaan. Als ik zijn biografie moet geloven zou hij geschoold zijn in
Tai-chi en veel ervaring als vechter hebben. Helaas vind ik wel dat zijn
gevechten er niet helemaal perfect uit zien. Zijn bewegingen zijn niet
af en komen hierdoor een beetje rommelig over. Verder zijn de gevechten
niet echt flitsend gechoreografeerd en wat aan de trage kant. Hierdoor
wordt het allemaal wel wat realistischer. Geen acrobatiek dus, maar
gewoon pure kung fu. Door de vele figuranten en het feit dat de
hoofdrolspeler zich compleet laat afranselen zit er geen saai moment in
de film. In het laatste gevecht wordt Cheng Wo-Fu bijgestaan door Shih
Szu. Het is altijd leuk om een vrouw te zien vechten. Haar bewegingen
zijn gracieus en ze krijgt het bijna voor elkaar om compleet de show te
stelen. Het grootste deel van de film speelt zich af op buitenlocaties
en er wordt eigenlijk maar een of twee keer met binnen studio's gewerkt.
Dit maakt de film natuurlijk extra bijzonder, maar zorgt er ook voor dat
het een beetje een buitenbeentje voor de Shaw studio's is geworden. Op
zich is dit niet een van hun beste films, maar er is genoeg te zien en
het verhaal wordt zo verteld dat je er helemaal in mee gaat. Zeker voor
mensen die met Tai-Chi bezig zijn is leuk om eens een film te zien die
bijna volledig om deze stijl draait. Veder denk ik dat het verhaal je
moet aanspreken en je de behoefde moet hebben om eens een minder bekende
acteur in de hoofdrol te zien.
Copyright kungfufilms.nl (2003) |