Eens in het jaar vindt het festival ter ere van Kwang Kong plaats. Dit
wordt gevierd doordat de plaatselijke kung fu scholen samen komen in
zijn tempel. Hier vinden allerlei rituelen plaats en geven de beste
leerlingen demonstraties van hun kunnen. Dit jaar is het echter de
eerste keer dat de Manchu's hier ook bij aanwezig zullen zijn. Hierdoor
heerst er al enigszins een gespannen sfeer. En als de meester van de
Manchu school zich dan ook nog eens overal mee gaat bemoeien stijgt de
spanning nog meer. Maar de leerling van Lin San Tin (Lo Dik) laten zich
niet kennen en gaan redelijk mee in hun nukken. Ze kunnen het alleen
niet laten als een van de Manchu's een demonstratie geeft om te lachen.
Dit maakt de demonstrerende man zo kwaad dat hij ze aanvalt. Hierbij
raakt een leerling zo erg gewond dat hij zelfs dood gaat. Een grootse
vechterpartij kon hierna natuurlijk niet voorkomen worden. Maar als de
autoriteit arriveert worden de Manchu's in bescherming genomen. Voor hen
maar goed ook want eigenlijk waren ze totaal niet opgewassen tegen de
leerlingen van Lin San Tin. Alleen het einde van dit verhaal is het nog
niet. Via een generaal krijgt de Manchu school namelijk drie vechters
toegewezen. Het is de bedoeling dat deze voor eens en voor altijd met de
kung fu scholen in de regio afrekenen. En dit lukt ze nog zonder moeite
ook. Één van hen is namelijk in staat om elke stoot of trap te
incasseren (Leung Kar Yan) en de ander een meester in Chi Kong (Wang
Lung Wei). Gelukkig weten er vier mannen te ontsnappen. Onmiddellijk
zorgen deze dat ze contact krijgen met hun meester Lin San Tin. Deze
leeft namelijk al jaren teruggetrokken op het platteland. Hier bespreken
ze de situatie en besluiten ze wat ze nu moeten gaan doen. Twee van hen
worden weggestuurd om bij een andere meester de Eagles claw te leren.
Twee andere Li Yao (Fu Sheng) en Pa Chung (Chi Kuan Chung) blijven bij
de meester achter om daar verder te leren. Een training die net zo lang
zal gaan duren tot ze klaar zijn om die vreselijke Manchu meester te
verslaan.
Na
'Men from the monastery' en 'Heroes two' was dit de derde film in de
Shaolin serie die regisseur Chang Cheh maakte. Een behoorlijk
experimentele rolprent die de basis legde voor de vele kung fu films die
zouden gaan volgen. Dit is namelijk een van de eerste films waarin de
leerling echt in training gaat om zijn tegenstander te verslaan. Buiten
vormtraining worden er klusjes gedaan om de vaardigheden te verfijnen.
Denk hierbij aan vangen van karpers of de bast van een boom verwijderen.
Op zich niets bijzonder maar als het met de blote handen moet gebeuren
wordt het opeens een heel ander verhaal. Dit heeft dus vele leuke en
bijzondere scènes als gevolg. Emoties spelen hierbij zeker een
belangrijke rol. Dit begint bij frustratie en eindigt natuurlijk bij
blijdschap. Maar het mag gezegd worden dat 'Shaolin martial arts goed in
elkaar zit. Hij is nog wel een tikkeltje aan de trage kant. Het duurt
ook redelijk lang voordat het verhaal echt op gang is. Maar zoals zo
vaak bij films van Chang Cheh moet de boel gewoon even op gang komen.
Het is allemaal net een zware stoomtrein. Want als de boel eenmaal rolt
stop je het niet zo makkelijk meer. Het verhaal draait om wraak. Een
wraak die uitgevoerd moet worden op een grote onderdrukker. En om hier
niet helemaal alleen van uit te gaan wordt het onderwerp liefde er bij
gehaald. Kalverliefde wel te verstaan. Meisjes die net even te jong of
te verlegen zijn vallen voor de helden van de film. Dit heeft wat
speelse en kinderachtige momenten als gevolg. Dit zorgt er voor dat we
iets meer betrokken raken bij de personages. En dit heeft natuurlijk
weer tot gevolg dat de gevechten een stuk intenser worden. En dat zijn
ze absoluut. Maar eigenlijk zijn het de trainingen die het meest
opzwepend zijn. Niet zo zeer omdat ze erg spectaculair zijn.
Integendeel, ze zijn eigenlijk zelfs saai te noemen. Maar Chang Cheh
bouwt ze zo op dat ze druipen van de emotie. Ook de muziek zorgt er voor
dat je als kijker er compleet in mee gaat. Voor velen van de acteurs was
dit hun eerste film. Fu Sheng had van het groepje verreweg de meeste
ervaring. Hij zet zoals altijd een prettige kwajongen neer die serieus
met zijn training omgaat. Het was voor de tweede keer dat hij met Chi
Kuan Chun een hoofdrol deelde. En dat ze samen een perfect team vormen
blijkt wederom. Alleen buiten trainen en vechten zien we Chi Kuan Chun
vrij weinig doen. Zijn personage is erg nors en als hij tien zinnen zegt
in de gehele film is het veel. Maar dit past perfect bij hem en klagen
hierover zou dus overbodig zijn. Voor Liu Chia Hui was dit zijn eerste
film bij de Shaw brothers. Nog niet echt een super grote rol. Maar zeker
wel groot genoeg om indruk te kunnen maken. De echte debutanten zijn
Leung Kar Yan en Wang Lung Wei. Beiden mogen Fong Hak On en Kong Do
assisteren aan de kant van de Manchu's. En ze doen dit alsof ze nooit
anders gedaan hebben. Het is alleen wel even wennen aan het baardloze
gezicht van Leung Kar Yan. Maar dat neemt niet weg dat zijn typische
vechtstijl ook hier al goed herkenbaar aanwezig is. Natuurlijk moet het
geweldig zijn geweest om meteen te mogen werken met het sterrenteam van
de choreografie Tong Gaai en Liu Chia Liang. Want ondanks dat de
gevechten bijna alleen bestaan uit vuist tegen vuist worden deze geen
moment saai. Ze zijn bijzonder intens neergezet en vol variatie en mooie
technieken. Wat locaties betreft speelt 'Shaolin martial arts' zich meer
in de studio af dan ergens anders. Maar als we dan ook echt naar buiten
gaan dan doen we het ook meteen goed. We krijgen een prachtig meer met
zijn omringende bossen te zien. Maar daarna vertrekken we gauw weer naar
binnen. Dit neemt natuurlijk niet weg dat het allemaal super sfeervol
is. We hebben hier dus ook zeker te maken met een echte klassieker in
het genre. Een film die voor verandering zorgde en het onderwerp wraak
op een romantische maar meeslepende wijze weet neer te zetten. Je zou
haast naar de binnenlanden van China vertrekken om daar de hele dag
hetzelfde te gaan trainen.
Copyright
kungfufilms.nl (2006) |