Het is 1931 wanneer
de Japanse troepen voor het eerst China binnenvallen. Ze zijn succesvol
met als gevolg dat de ze drie provincies van het land bezetten. Zeven
divisies goed uitgeruste Japanners werden ingezet om de rest van China
te veroveren. Op nieuwjaarsdag van 1933 gingen ze tot de aanval over. In
hun strijd weten ze de Rehe provincie te bezetten in maart. De volgende
stap was het aanvallen van strategische plekken op de Chinese muur. Deze
gevechten waren beslissend voor het lot van China. Het volk sloeg dus
ook de handen inéén en melden zich massaal aan voor het leger. Zij namen
het op tegen twintig duizend Japanse soldaten die ondersteund werden
door vierenvijftig tanks. De heftigste strijd woede in Badao Louzi en
duurde maar liefs vijf dagen en vijf nachten. Uiteindelijk wist het
Chinese leger als winnaar uit de bus te komen. Hiermee wisten ze een
belangrijk punt was weer in handen te krijgen. Het waren alleen maar zes
mannen die de strijd overleefde. Versterking is onderweg en het enige
wat ze moeten doen in het uitzingen tot deze arriveert. Voor de vast
beraden en heldhaftige groep een klus die graag voor hun land op zich
nemen. Wat ze alleen niet weten is dat de ondersteunende troepen nooit
zullen arriveren. Deze zijn onderweg een groep Mongoolse huurlingen
tegen gekomen. In dit gevecht is het hele peloton om het leven gekomen.
De kans op versterking is hiermee dus ook verkeken. Als dit ontdekt
wordt zijn ze eerst wel even uit het veld gemept. Maar snel herstellen
ze zich en samen besluiten ze het fort te verdedigen totdat ze hun
laatste adem uitgeblazen hebben. Zelfs als dit betekent dat ze het met
deze kleine groep tegen volledige pelotons en grote groepen huurlingen
moeten opnemen.
Na zich geruime tijd
bezig gehouden te hebben met Shaolin films werd het tijd voor wat
anders. Regisseur Chang Cheh koos voor het leger maar de bekende thema’s
bleven gehandhaafd. Broederschap, vastberadenheid en heldhaftige
zelfopoffering voor het vaderland staan dus centraal. De film heeft een
absolute super cast en is gemaakt met een groot budget. Tijdens de
veldslagen zijn er wel honderden figuranten op de been. Er werd zelfs de
hulp van het leger van Taiwan in geroepen om het allemaal te realiseren.
Dit zorgde voor het gebruik van tanks, kannonen en zelfs vliegtuigen.
Een behoorlijk groots en compleet geheel dus. Het middelpunt van dit
alles is een vierkant fort van niet al te groot voormaat. Deze werd
speciaal voor de film neergezet en komt dus ook niet geheel schadeloos
uit de strijd. Hierom heen is een heus slagveld gecreëerd vol met
versperringen, loopgraven en heuvels. Om het maximale hieruit te halen
wordt er dus veel vanuit de lucht gefilmd en gebruik gemaakt van ruime
shots. Het verhaal is eigenlijk vrij simpel. Zeven mannen verdedigen een
fort tegen een enorme overmacht. Chang Cheh probeert er toch wat meer
van te maken. Ieder personage krijgt zijn eigen geschiedenis mee. Deze
worden verteld door middel van terugblikken. Op deze manier krijgen ze
wat meer diepte. Hoofdzakelijk wordt hierin de reden waarom ze bij het
leger gingen weergegeven. Dit zorgt voor een welkome variatie wat
locaties betreft. Tevens is dit een goed excuus om wat ouderwetse kung
fu in het verhaal te mengen. Vooral Chi Kuan Chun laat een sterk
staaltje kung fu zien. Ook Fu Sheng komt nog even aan bod en Chen Kuan
Tai hanteert een enorm breed zwaard. Dit laatste is een van de dingen
die meteen opvallen tijdens het begin van de film. Tussen alle soldaten
valt hij namelijk meteen op. Hij draag buiten zijn normale spullen
namelijk ook het zwaard op zijn rug. De vraag is alleen; “gaat hij het
gebruiken?”. Want hoe meng je kung fu met geweren. Op dit vlak moeten we
maar even een oogje toe knijpen. Het is namelijk zo dat vuurgevechten op
eens gestaakt worden voor kung fu. Er wordt dus op een wat
amateuristische manier met het onderwerp omgegaan. Het was een nieuwe
richting die gekozen wordt en een regisseur moet zichzelf blijven
vernieuwen. Als je dus de realiteit even overboord gooit heeft de film
absoluut veel in petto. Het is namelijk bijna een non stop gevecht.
Vooral het geweer met de bajonet is een favoriet wapen. Er kan mee
gestoken, gesneden en geslagen worden. Variatie genoeg dus en dit wordt
ook maximaal benut. Wat we te zien krijgen ziet er ook absoluut goed
uit. Het is alleen wel even vreemd dat er opeens niet meer geschoten
wordt. Helemaal als je bedenkt dat er gevochten wordt tussen honderden
soldaten met geweer. Laten we maar zeggen dat het goed is dat niemand
besloot om te schieten. We waren anders namelijk niet verder gekomen dan
het eerste half uur. Dit zou zonde geweest zijn want dan hadden we de
andere bijna anderhalf uur van de film nooit kunnen zien. Ondanks dat
het heel veel van het zelfde is weet Chang Cheh er toch een mooi
gebalanceerd geheel van de maken. Er is meer actie dan verhaal en hier
moet je wel van houden. Er is dus ook met enige zekerheid te zeggen dat
‘Seven man army’ de meeste doden telt in een Chang Cheh film. Het bloed
vloedt dus ook rijkelijk en de soldaten vallen bij bosjes neer. In de
hoofdrollen zijn het alleen maar top acteurs. Natuurlijk wel allemaal
mensen waar Chang Cheh graag mee samenwerkte. Ze hebben dus ook allemaal
rollen die perfect bij ze passen. Ti Lung is de leider en David Chiang
de berouwvolle nietsnut. Opvallend genoeg zijn het niet deze twee die de
meeste aandacht krijgen. Hoofdzakelijk zijn het Chi Kuan Chun en Fu
Sheng die het meest in beeld zijn. Verder is het verdeeld tussen Chen
Kuan Tai en Li Yi Min. De laatste levert een indrukwekkende prestatie
tijdens de gevechten. Hij laat leuke Peking opera georiënteerde
acrobatiek zien. Hij doet dit geheel zelf en dit is bijzonder. In zijn
latere carrière werd hier namelijk vaak een stuntman voor gebruikt.
‘Seven man army’ is een film waarvan vele reikhalzend naar uit keken. De
film maakt precies waar wat je zou mogen verwachten. Het is dus ook een
echte Chang Cheh film. De kung fu moest alleen plaats maken voor geweren
maar gelukkig werd het niet geheel verbannen. Absoluut een aanrader dus.
Copyright
kungfufilms.nl (2005) |