Lam (Tony Leung) is een freelance
detective die werkelijk tot alles in staat is.
Hij draait dus ook zijn hand niet om voor het stelen van een set valse
dollar platen. Hij heeft alleen wel wat moeite met JJ (Hsu Chi) die ook
opeens bij de kluis staat. Hoe ze binnen gekomen is mag een raadsel zijn
want ze heeft totaal geen ervaring als inbreker. Lam is haar natuurlijk
te snel af en steelt de platen onder haar neus vandaan. Samen redden ze
het zonder problemen naar buiten maar daarna gaat het mis. Van alle
kanten komen beveiligingsbeambten aan gerend en er zit niets anders op
dan samen te vechten. Uiteindelijk scheiden hun wegen zich. JJ denkt dat
ze de platen in haar bezit heeft maar Lam was haar net iets te snel af.
De volgende dag brengt lam een bezoek aan het Amerikaanse consulaat in Tokyo. Hier is hij om de platen af te leveren bij Owen Lee (Richie Ren).
Deze belazert hem echter en gaat er vandoor naar Seoel. Voor Lam
ontstaat er nogal een heisa aangezien hij de volgende ochtend slapend in
het consulaat aangetroffen wordt. Alle dat van zijn binnenkomst is gewist
en het consulaat kan er de humor niet echt van in zien. Gelukkig is Lam
bekend bij de politie en staat hij al vrij snel weer buiten. Na een kort
onderzoekje ontdekt hij dat Owen Lee de platen wil gaan verkopen aan een
gangster genaamd ‘Polar bear’. Hij reist dus ook onmiddellijk af naar
Korea om de platen of het verschuldigde geld op te halen. Lam is een
echte vrouwenversierder en hij heeft dus overal vriendinnetjes wonen.
Hij heeft dus ook in een hand omdraai drie prachtige dames achter zich
om hem te helpen. Owen Lee zijn ze al snel op het spoor maar deze lijkt
nogal wat problemen te hebben met ‘Polar bear’. Dit maakt de situatie
niet makkelijker. Als ook JJ zich weer met het geheel gaat bemoeien
wordt het helemaal een rommeltje. Maar Lam houdt het hoofd koel en weet
het beste uit de hele situatie te halen.
Na het redelijk succesvolle ‘Tokyo raiders’ uit 2000 kon regisseur
Jingle Ma het niet laten om met een vervolg te komen. Tony Leung was de
enige die zich beschikbaar stelde voor het project die ook aan het
eerste deel meewerkte.
Jammer maar niet echt een heel groot probleem. Met een iemand als Hsu
Chi tegenover zich lijkt het gemis redelijk te zijn opgelost. Het
verhaal is eigenlijk redelijk uitgemolken. Valsmunterij is iets wat in
de jaren tachtig origineel was maar anno 2005 toch wel een ding van het
verleden. Verder bestaat het uit een soort kat en muis spel tussen Tony
Leung en Richie Ren. Dit houden ze redelijk lang vol. Natuurlijk is dit
een goed excuses voor een heleboel actie scènes. Hierdoor doet de film
een beetje denken aan wat Hongkong hoofdzakelijk produceerde eind jaren
tachtig en begin jaren negentig. Gewoon een probleem creëren en ieder
excuus voor actie aangrijpen. Iedereen die zich een beetje verdiept
heeft in het begrip Hongkong films ziet natuurlijk meteen dat geen van
de acteurs een martial arts achtergrond hebben. Het blijft een vreemd
principe een actie film zonder goede actie sterren. Toch komen de
gevechten redelijk over. Zo af en toe wordt Tony Leung even gedubbeld
voor wat hoge trappen. Verder doet hij een heleboel zelf. Logische wijze
ontbreekt hierin totaal de kracht en zijn het hoofdzakelijk snel
gemonteerde shots. Erg origineel is het allemaal niet en dezelfde
bewegingen komen regelmatig terug. Toch heeft het allemaal wel wat. Dit
komt hoofdzakelijk door de aanwezigheid van Tony Leung. Het is bizar
om te zien hoe makkelijk hij omschakelt van een serieuze rol naar lichte
komedie. Helemaal als je bedenkt dat de film die hij hiervoor maakte Wong Kar Wai’s ‘2046’ was. Ik kan me ook best voorstellen dat het
geweldig moet zijn om zoveel variatie in je werk te kunnen hebben.
‘Seoul raiders’ neemt zichzelf dus ook totaal niet serieus. Over de top
gaan deze grappen niet, maar er is wel een boel mogelijk. Het ligt
eigenlijk het meeste in de lijn van een Jackie Chan film. Gekke-bekken-trekkerij en meer van dat soort ongein. Tony Leung is bijna
de gehele film omringd door vrouwelijk schoon. Hij heeft drie dames als
assistenten en stuk voor stuk mogen ze er wezen. Het is alleen wel
opvallend dat geen van de dames de standaard volgen van wat een mooie
vrouw is.
Allen hebben ze wel iets wat ze aantrekkelijk maakt. Geen van deze dames
zijn ervaren acteurs en echt veel dialogen hebben ze dus ook niet. Ze
zijn aanwezig en dat is het dan. Voor Hsu Chi is het een iets ander
verhaal. Alles wat ze zegt is zwaar aangedikt en hierdoor komt ze wat
zeurderig over. Je kan ook duidelijk merken dat de jaren hun tol
beginnen te eisen. Ze is absoluut nog steeds een hele mooie vrouw om te
zien maar haar onschuld is ze echt kwijt geraakt. Tegen het einde neemt
het verhaal toch nog even een onverachte wending. Dit is eigenlijk de
enige verassing die de film te bieden heeft. Verder zijn het gewoon
allemaal erg nonchalante situaties die afgewisseld worden door
gevechten. Een ding is alleen wel zeker het ziet er allemaal prachtig en
erg modern uit. Alles overdreven gestijld en het lijkt dus ook wel een
beetje op een mode show. De muziek is net zo modern en knalt er telkens
weer heftig in.
Hiermee wordt het allemaal een stuk spectaculairder dan het is. Maar het
werkt en wat wil je dan nog meer. Het is alleen wel zo dat de muziek die
steeds weer terug komt sterk doet denken aan iets wat bijna iedereen
eerder gehoord zal hebben. Iemand heeft aardig zijn best gedaan om
‘Battle without honour’ uit ‘Kill bill’ op minimale wijze aan te passen.
‘Seoul raiders’ is een compleet hersenloze film die leuk weet te
vermaken. Iets heel anders dan wat je van Tony Leung zou verwachten. Copyright
kungfufilms.nl (2005) |