Het is twee jaar nadat Yun Fei Yang
(Norman Chu) Wu Tang verliet om ergens terug getrokken te gaan leven.
Erg veel is er in die periode niet gebeurd en de hele geschiedenis lijkt
vergeten. Dit geldt te minsten voor de gewone mensen. De enige die nog
altijd bezig is met zijn macht spelletje is Dugu Wudi (Man Chi Lung). De
afgelopen twee jaar is hij druk bezig geweest zijn kung fu te
verbeteren. Hij heeft ondertussen het tiende niveau gehaald en hij is
door en door slecht. Alleen door deze afwezigheid weet hij niet dat Yun
Fei Yang niet meer met Wu Tang te maken wil hebben. Als hij het klooster
dan ook bezoekt vindt hij het vreemd dat de man die hij wil verslaan
niet aanwezig is. Hij geeft ze tien dagen om te zorgen dat ze de
uitdaging aan kunnen gaan en vertrekt. Iedereen in Wu Tang raakt
redelijk in paniek. Ze hebben geen idee waar Yun Fei Yang zich nu
bevindt. Ten einde raad sturen ze maar wat mensen weg om hem te zoeken.
Dit wordt een zoektocht die waarschijnlijk maar weinig succes zal
hebben. Wat ze alleen niet weten is dat Dugu Wudi niet de enige is waar
ze zich druk om hoeven te maken. Een Japanse samuarai (Chen Kuan Tai) is
namelijk van plan om te bewijzen dat hij de beste vechter is. Zijn
hartslag stijl is zo meedogenloos dat hij bijna niet te verslaan is. Hij
kan de hartslag van zijn tegenstander controleren en hem zo een
vreselijke dood te laten sterven. De eerste die hij denkt aan te vallen
is Yun Fei Yang. Ook hij treft hem niet aan in Wu Tang en besluit de
gehele clan maar uit te roeien. Als dit nieuws Yun Fei Yang bereikt is
hij vreselijk geschokt. Hij denkt alleen dat dit het werk van Dugu Wudi
is. Hierdoor ontstaat er een rare driehoek tussen de Japanners en deze
twee Chinese groot meesters.
Het vervolg op ‘The bastard
swordsman’. Zoals het hoort gaat hij precies verder waar we gebleven
waren. Dit ondanks dat er twee jaar tussen zit. In die twee jaar is er
kennelijk weinig gebeurd. Het personage Yun Fei Yang wordt wederom
voortreffelijk neergezet door Norman Chiu. Alleen in dit tweede deel is
zijn rol iets minder groot. Dit kan natuurlijk ook niet anders want hij
wordt pas belangrijk op de helft van het verhaal. Er gebeurt in het
begin enorm veel. We gaan van Japan naar China en van de ene clan naar
de andere. Omdat we door het eerste deel al bekend zijn met de
personages is dit allemaal goed te overzien. De verhaallijn in is dus
ook goed te volgen. Het vormt een compleet geheel en is tot in de detail
verzorgd. Om de extreemheid van de personages te rechtvaardigen is er
niet aan te ontkomen dat er een komisch tintje aan het geheel gegeven
wordt. De grappen zijn natuurlijk flauw en van het bekende recept.
Alleen ze houden precies op als het eventueel irritant zou kunnen
worden. Hier is dus een goede balans in gevonden. De grote tegenstander
van Norman Chiu wordt wederom neergezet door Man Chi Lung. Hij is nog
steeds zo een extreme maniak als in het eerste deel. Zijn kleding is
super protserig, maar toch spectaculair. En bij een schurk van dit
formaat hoort natuurlijk de bekende bulderlach. Een lach die plots stopt
om te veranderen in een duistere blik. En omdat één schurk nog niet
genoeg is krijgen we Chen Kuan Tai er ook nog bij. Hij zet een vrij
stugge Japanner neer met een wel hele extreme vechtstijl. Buiten het
gewone handen- en voetenwerk om kan hij namelijk de hartslag van zijn
tegenstander beïnvloeden. Hierbij zet zijn borstkas op en maakt deze een
kloppende beweging. Dit behoort toch wel tot het meest bizarre ooit
vertoond in een Hongkong film. Je kan je alleen wel indenken dat bij dit
soort extremiteiten gewoon kung fu aardig uit de toon zal vallen.
Touwtjes zijn onvermijdelijk en iedereen vliegt er dus ook lustig op
los. Maar door de sfeer van het geheel past dit erg goed. Er gebeurt
alleen zo ontzettend veel het allemaal niet in een keer te verwerken is.
Het is dus ook zeker dat men bij het zien van de film voor een tweede
keer hele andere dingen ontdenkt. Alsof dit alles nog niet genoeg is
stappen we ook nog eens binnen in de bizarre wereld van de Chinese
geneeskunde. Zoals bekend verkreeg Yun Fei Yang zijn kracht (silkworm
style) door middel van een soort magie. Ook hier wordt hij een stuk
sterker, maar dan wel door middel van geneeskunde. Grote acteurs als Lo
Lieh en Phillip Ko verschijnen even om de twee bizarre dokters neer te
zetten. Het verhaal is iets minder interessant is dan het eerste deel.
Op zich kan dit natuurlijk ook niet anders. Maar in ruil hiervoor
krijgen we heel veel actie. Je kan er bijna vanuit gaan dat er iedere
vijf minuten wel gevochten word. Kortom een film zoals het hoort en een
die eigenlijk in het new wave genre thuis hoort. Het is alleen het
jaartal wat hem toch tussen de old skool films plaatst.
Copyright
kungfufilms.nl (2006) |