|
Leung Chang (Yuen Biao,) een zoon van rijke ouders,
staat bekend in heel Fat Shan als een onverslaanbare vechter. Tenminste
dat denk hij zelf, want wat hij niet weet is dat zijn ouders iedereen met
wie hij vecht rijkelijk belonen om te verliezen. Als twee vrienden een
gevecht verliezen met een acteur uit een Peking opera voorstelling gaat
Leung Chang verhaal halen. Maar hoe zijn bediende (Peter Chan Lung) zijn
best ook doet, hij krijgt het niet voor elkaar om Leung Yee Tai (Lam
Ching Yin) om te kopen. Leung Chang wordt keihard met zijn neus op de
feiten gedrukt. Jaren was hij in de veronderstelling een kung fu meester te zijn en
hier blijkt helemaal niets van waar te zijn. De volgende dag gaat hij
terug naar Leung Yee Tai om te vragen of hij zijn leerling mag zijn en
een afwijzing volgt. Volhoudend als hij is, laat Leung Chang het hier
niet bij zitten. Hij laat zijn vader de hele Peking opera groep kopen,
zodat hij als de persoonlijke assistent van Leung Yee Tai mee kan
reizen. Maanden gaan voorbij zonder dat hij ook maar iets leert, maar hij
blijft volhouden. Na een vreselijke aanval op de Peking opera groep zijn
Leung Yee Tai en Leung Chang volledig op elkaar aangewezen en trekken
zich terug in een afgelegen huis. Waar Wong Wa Po (Sammo Hung) de broer
van Leung Yee Tai het
eindelijk voor elkaar weet te krijgen dat Leung Chang zijn
kung fu lessen krijgt.
Absoluut een van de betere films van
productie maatschappij Golden Harvest. Een leuk verhaal dat continue
voor verassingen zorgt en goed uitgewerkt is. De balans tussen lichte
komedie en drama is goed gevonden. Geen flauwe en overdreven slapstick,
maar er worden genuanceerde grappige situaties gecreëerd die tegen het
belachelijke aanzitten. Maar deze grens wordt absoluut niet overschreden. Dit
is ook terug te vinden in de make-up van een aantal van de niet
hoofdrolspelers en hun gedrag. Om het geheel in balans te houden blijft Yuen Biao's karakter bijna de hele film serieus. Lam Ching Yin speelt
een Wing Chun meester die tegen het vrouwelijke aanzit. Door het
wegscheren van zijn wenkbrauwen krijgt hij een hele aparte uitstraling.
Zijn bewegingen daarentegen zijn alles behalve vrouwelijk maar keihard
en geraffineerd. Sammo Hung zorgt voor een onvergetelijk moment met zijn
combinatie van kaligrafie en kung fu. Rond springend als een aap,
hangend aan het plafond en staand op een tafel maakt hij zijn zelf
portret. Voor een groot deel is er buiten opgenomen in een oude Chinese
stad en alles is tot in de details uitgewerkt. Dit is te
vergelijken met een film uit de Shaw studio’s. Ongeveer op de helft
gaan we over naar een set in de studio maar het wordt er niet minder
sfeervol op. De gevechten en trainingen in ‘Prodigal son’ zijn
allemaal gebaseerd op de Wing Tsun stijl en prachtig in beeld gebracht.
Alle bewegingen zijn overzichtelijk en in combinatie met wat
acrobatiek en gesprongen trappen een adembenemend spektakel. Het tempo
ligt ook precies goed en ze zijn ook niet te langdradig. Iedereen heeft
zijn eigen specialiteit en er is duidelijk verschil in stijl te zien.
Het gebruik van wapens komt bijna niet voor, alle gevechten zijn dus
puur en vuist tegen vuist. Niet zomaar een kung fu film, maar een
echt Wing Tsun meesterwerk
waarvan iedere kung fu film liefhebber zeker van zal genieten.
Copyright
kungfufilms.nl (2003) |