Het is begin 1900
en de situatie in China is nogal onrustig. Ondanks dat het land een
regering heeft heerst er toch verdeling. De generaals buiten hun eigen
gebieden uit en het volk lijdt hier onder. Criminaliteit viert hoogtij
en er ontstaan verschillende rebelerende groepen. De één strijd voor
zijn eigen belang terwijl de andere het moederland aan een beter
toekomst probeert te helpen. Als entertainer Sheung Hung (Cherrie Chung)
in een opstandje bij het huis van de plaatselijke generaal belandt weet
ze een grote kist juwelen mee te roven. Alleen ontsnappen met deze kist
is niet makkelijk. Een nieuwe generaal is al onderweg en deze heeft de
straten in een strakke greep. Gelukkig weet Sheung Hung het pakketje op
een reeds gecontroleerde kar te krijgen. Maar het terug halen van het
pakket blijkt minder makkelijk. Het bevindt zich nu namelijk achter de
coulissen en de medewerkers van de groep laten geen vrouwen binnen. De
enige vrouw in hun midden is Pat Nell (Sally Yeh). Ze is de dochter van
de baas (Wu Ma) maar echt gelukkig is ze niet. Heel graag zou ze ook het
podium betreden maar haar vader verbiedt haar dit. Het lot bepaalt dat
dit tweetal elkaar steeds blijft ontmoeten. Ditzelfde lot zorgt er ook
voor dat Cho Wan (Brigitte Lin), de dochter van de nieuwe generaal,
steeds hun pad kruist. Het drietal raakt steeds meer betrokken bij
elkaar. Vooral de rebelerende plannen van Cho Wan zijn hier de oorzaak
van. Zij wil namelijk kosten wat kost de plannen van haar vader een halt
toe roepen. Dit doet ze niet uit haat voor hem maar meer uit goedheid
voor China en haar inwoners. Ze hoopt namelijk ooit van China een land
te kunnen maken waar de regering democratisch gekozen zal worden.
De titel 'Peking opera blues' wekt
niet echt een juist beeld. Het doet denken aan dramatische taferelen
rondom een groep Peking opera acteurs. Het feit dat drie dames de
hoofdrollen vertolken versterkt dit gevoel alleen nog maar meer. De
waarheid is echter iets anders. Het verhaal heeft wel iets dramatisch
maar verder is het een prettige een typische Hongkong film. Tsui Hark is
ook niet echt een regisseur voor het maken van een zwaarmoedige film.
Hij houdt het hier dus ook licht en speels en mengt een groot aantal
genres met elkaar.
Vanaf het begin kent het verhaal een
prettig tempo. Continue gebeurt er wat en is er afwisseling. Langzaam
maar zeker worden de hoofdpersonages geïntroduceerd en krijgt het
verhaal vorm. Hierbij wordt iedereen erg kleurrijk en natuurlijk
neergezet. De emoties die getoond worden kloppen perfect bij het beeld
dat er van de karakters geschetst wordt. En dit is bijzonder voor een
film uit Hongkong uit deze periode. Vaak werd er namelijk maar wat
gedaan. Tsui Hark levert hier een goed kloppend verhaal af. Van echt een
genre is er alleen niet te spreken. Alles komt eigenlijk een beetje aan
bod. Dit wordt gedaan zonder dat er ook maar iets de overhand krijgt. De
komedie mixt heel soepel met de actie en zelfs de emotionele scènes
voelen niet misplaatst. Het geheim zit hem in de eenvoud en de dosering.
Niets houdt dus ook te lang aan. 'Peking opera blues' is dus ook een
ware rit door verschillende emoties. Alleen dit gebeurt op een hele
relaxte en comfortabele manier. Alles voelt dus ook een beetje dromerig
aan.
Ondanks dat het een redelijk serieus
verhaal betreft wordt alles toch redelijk speels weergegeven. Overacting
is dus ook niet vreemd. Sommige personages hebben een nogal
cartoonachtig voorkomen. Overdreven pruiken en snorren die eigenlijk
alleen maar hun slechte karakter proberen te benadrukken. Met zulke
visuele trekjes verwacht je ook een slapstickachtige humor. Dit is
alleen niet helemaal het geval. De grappen zijn gevat, goed getimed en
weten het nodige los te maken bij de kijker. Klucht situaties zijn ook
niet vreemd. Neem een kamer, een deken en vijf personen. Laat ééntje
niet weten dat er vier in plaats van één persoon in de kamer is en je
kan zo meer dan een minuut of vijf voort. Kamertje wisselen is dus ook
wat er meerdere malen in de film gedaan wordt. Hierdoor doet de film een
beetje denken aan de 'Project A' films van Jackie Chan. Hier voert
alleen de actie niet de boventoon. Het draait hier meer om de personages
en vreemd genoeg is dit totaal geen probleem.
Alle hoofdrollen worden vertolkt door
vrouwen. Stuk voor stuk zijn dit dames die zich niet van hun stuk laten
brengen. Ze vechten voor hun eigen belang en doen dit zonder enige
tuttigheid. In vele actiefilms uit deze periode zijn het de vrouwen die
de voortgang vertragen. Hier is dit niet het geval en de mannen zijn
ondergeschikt aan de vrouwen. Brigitte Lin is natuurlijk een karakter op
zich. Zij heeft een enorme uitstraling en die komt ook hier goed naar
voren. Het korte haar dat ze heeft past haar wel maar lang haar blijft
beter. Alleen voor het totaalbeeld van de film en variatie in de
personages was dit een wijze keuze. Sally Yeh en Cherrie Chung hebben
beiden lang haar. Kort haar zou hun simpelweg niet staan. Ook deze dames
leveren een bijzonder memorabele prestatie. Ook Kenneth Tsang vertolkt
zijn rol goed. De manier waarop hij een 'slechte' (met goede
bedoelingen) generaal neerzet is erg goed. Ku Feng is zoals altijd erg
sterk en maakt de kijker aan het lachen en huiveren tegelijk.
Echt een actie film is het niet te
noemen. Kung fu is er dus ook maar weinig te zien. Het draait meer om
achtervolgingen en schietpartijen. Hier tussendoor worden we verrast
door diverse keiharde stunts en valpartijen. Vooral de strijd aan het
einde is erg indrukwekkend. Een massale achtervolging op de daken van de
stad. Compleet over de top en flink bloederig maar de humor wordt ook
hier niet vergeten.
Natuurlijk ontbreekt ook de Peking
opera niet. Kleurrijke kostuums, make-up en vele hoog zingende mensen.
Dit is allemaal wel aanwezig maar de nadruk ligt er niet op. Heel af en
toe krijgen we een stukje van een uitvoering te zien. Dit is meer als
opvulling of in de achtergrond. Toch zitten er behoorlijk wat
verwijzingen naar dit Chinese cultuurgoed in het verhaal vermengd.
'Peking opera blues' is niet
een film die iedereen als eerste zou kiezen om te kijken. Dit is enorm
zonde omdat dit absoluut een van de klassiekers van de Hongkong cinema
is. Alles is dik in orde en de film laat een blijvende indruk achter. De
sfeer blijft enorm hangen en dit is heel bijzonder. Het grote nadeel
lijkt alleen het gebrek aan actie. Maar tijdens het kijken blijkt dit
opeens helemaal niet het geval te zijn. Heb je dus zin in een
uitzonderlijke Hongkong film dan is dit absoluut de keuze die je moet
maken.Copyright
kungfufilms.nl (2007) |