Ergens aan de rand van een klein dorpje
woont Tan Tan (Chen Siu Lung) met zijn grootvader (Ga Hoi). De jongen
wordt vanaf zijn geboorte al opgevoed door zijn opa. Bij deze
opvoeding hoort natuurlijk ook een bijzonder zware kung fu training. De
stijl die hem geleerd wordt is een heel bijzondere stijl namelijk
‘Cooking kung fu’. Tan Tan traint eigenlijk altijd zonder te mokken en
maakt aardige vorderingen. De mensen uit het dorp vinden het allemaal
maar vreemd. Wie is er nu de hele dag bezig met koken om het vervolgens
weg te gooien. De kinderen uit het dorp komen dus ook regelmatig langs
om een maaltijd bij ze te nuttigen. Ondanks dat Tan Tan onder strakke
controle van zijn grootvader staat weet hij soms toch weg te glippen.
Hij hangt dan wat rond en haalt streken uit waar het mogelijk is. Op een
van deze uitstapjes beland hij in een discussie met een onbekende. Nog
nooit eerder kwam het in hem op om zijn kung fu eens echt te testen. Op
de een of andere manier denkt hij dat hij er klaar voor is en besluit
het gevecht niet uit de weg te gaan. Helaas was hij iets te overmoedig
en hij wordt verslagen. Hij verteld zijn opa wat er gebeurt is en deze
besluit zijn training wat uit te breiden. Na jaren van basis training
wordt het nu tijd voor het echte werk. Ondertussen trekt er een
mysterieuze moordenaar (Chen San) door het land. Overal waar hij kan
valt hij koks aan en doodt hij ze. Het lijkt er op dat hij opzoek is naar
de ‘king of chefs’, de voormalige kok van de keizer. Echt succesvol is
hij echter niet. Hier lijkt alleen verandering in te komen als tijdens
een van zijn gevechten Tan Tan tussen beide komt. Bij het zien van zijn
vechtstijl weet de moordenaar dat deze jongen iets met de ‘king of
chefs’ te maken moet hebben. Tot zijn frustratie weet Tan Tan te
ontsnappen. De moordenaar weet nu wel dat hij in de buurt is en dat het
alleen nog maar een kwestie van tijd zal zijn voordat hij zijn doel
bereikt heeft. Wat verhaal betreft
is de originaliteit erg ver te zoeken. Het gaat hier namelijk om een
typische leerling meester verhaal. Maar zeg nu zelf dit zijn meestal wel de
kung fu films die het lekkerst weg kijken. Eigenlijk is de simpelheid
van het verhaal het enige minpunt van de film. Want ondanks het extreem
lage budget loopt de film goed door en zit er een lekker variatie in hetgeen er getoond wordt. Dit zit hem dus niet in dure kostuums of
mooie gebouwen want de zie je bijna niet in ‘Of cooks and kung fu’. De
enige die er goed bij loopt is Chen San. Hij draagt een prachtige gewaad
met allerlei kleuren en geborduurde draken. Wat het knappe is dat de
film er hierdoor niet armoedig uit ziet. Dit verdient natuurlijk wel alle respect
want om van weinig iets te kunnen maken kan niet iedereen. En dat dit
meerdere malen fout gegaan is bij kung fu films is bekend. Waar het
hoofdzakelijk om draait zijn gevechten en trainingen. En deze zijn
absoluut van hoog niveau. Opvallend want normaal presteert Chen Siu Lung
niet zo overdreven goed. In films als ‘Tai Chi shadow boxing’ en
‘Dynamite trio’ (Choreografie) zijn de gevechten erg traag en schiet het
allemaal niet echt op. Maar hier is alles wat hij laat zien met een
lekker tempo. Zijn bewegingen zien er goed uit maar zijn niet perfect.
Dit zie je hoofdzakelijk terug als hij een vorm laat zien. In de
gevechten merk je er niet zoveel van. Wat acrobatiek betreft komt hij
ook erg goed uit de verf. Bijna al het denkbare komt voorbij met als
hoogte punt een dubbel salto na het doen van een aantal flik flaks. Hij
doet dit allemaal zelf en er is dus voorzover zichtbaar geen stunt
dubbel gebruikt. Ga Hoi die zijn grootvader speelt is duidelijk een
beter vechter. Zijn vorms zien er super strak uit en in combinatie met
zijn uiterlijk is dit heerlijk om naar te kijken. Hij speelt een meester
met de bekende witte haren en baard. De derde rol die er uitspringt
wordt neergezet door Chen Shan. Hij zet een geweldige op wraak beluste
moordenaar neer. Wat erg sterk gedaan is dat hij zijn gezicht tot het
einde achter een rietenhoed weet te verstoppen. Zijn rol loopt als een
rode draad door de film heen. Telkens zien we hem met iemand anders
vechten om ze vervolgens met gemak te vermoorden. Tot het einde blijft het spannend
waarom hij doet wat hij doet en wat zijn reden tot deze wraak is. De
manier waarop deze spanning vastgehouden word is absoluut sterk en haalt het minimale
verhaal toch wel weer iets om hoog. Zoals bij iedere old skool film
ontbreekt natuurlijk ook de komedie niet. Deze is goed te verkroppen en
er zit maar een heel klein stukje wat tegen het randje aan zit. Lee Kwan
en Gam Ban zetten samen een ruzie tussen man en vrouw neer. Voor het
verhaal is dit totaal niet relevant en het gene wat er volgt ook niet
echt. Lee Kwan krijgt van zijn baas de opdracht om de ‘King of chefs’ te
zoeken om op een feest te koken. Dit zijn stuk voor stuk allemaal
overdreven typetjes. Duidelijk opvulling om de film naar de negentig
minuten te krijgen maar niet storend voor het geheel. Voor mensen die
zin hebben in een film met non-stop goeie kung fu is ‘Of cooks and kung
fu’ absoluut een aanrader. Dit is absoluut een klassieker die veelte
weinig waardering krijgt en dat mag best veranderen. Copyright
kungfufilms.nl (2005) |