Li Yung (Chi Kuan Chun) is een rechtvaardig mens. Zodra hij onrecht ziet probeert hij, zonder ook maar een moment aan zichzelf te denken, in te grijpen. Hierdoor kreeg hij in de loop der jaren de bijnaam 'Iron neck Li'. 'Iron' voor zijn standvastigheid en 'Neck' omdat hij altijd zijn nek uit zou steken. Op een dag helpt hij een vrouw van wie haar man net vermoord is. De moordenaar was er op uit met de vrouw te trouwen. Li Yung weet de vrouw te redden maar vermoordt de ontvoerder. Dit is iets wat hem duur komt te staan. Deze man blijkt namelijk de zoon te zijn van de hoogste ambtenaar van de stad. Als deze hoort dat Li Yung zijn zoon gedood heeft laat hij hem zonder pardon ter dood veroordelen. Compleet zonder rechtzaak en er wordt al helemaal niet gekeken naar de wandaden van de vermoordde zoon. Net als ze het vonnis willen voltrekken komen er twee onbekende mannen binnen. Ze hebben alles gevolgd en vinden de manier waarop de ambtenaar handelt ontoelaatbaar. De ambtenaar zegt hier niet mee te maken te hebben en vraagt om voltrekking van het vonnis. Maar dan trekt een van de heren het keizerlijk zegel te voorschijn. Het blijkt Chien Lung (Wong Hon), de keizer van China te zijn die ze tegen over zich hebben. De ambtenaar word ontheven uit zijn functie en Li Yung  vrij gelaten. Keizer Chien Lung is wel zo onder de indruk van Li Yung dat hij hem als persoonlijke lijfwacht vraagt. Hij is namelijk van plan om incognito een reis door Taiwan te gaan maken. Niet veel later varen ze samen met de persoonlijke assistente (Wang Shui) van Chien Lung naar Taiwan. Ze genieten hier volop van het leven en trekken het hele land door. Er wordt vooral veel gegeten en ze helpen de mensen waar het nodig is. Er ontstaan alleen wat problemen als Chien Lung en Li Yung voor twee vrouwelijke theeplukkers vallen. De liefde wordt beantwoord maar het gaat fout als de neef van een lokale gangster hier achter komt. Hij was al tijden bezig met het schaken van een van de dames. Hij is dus ook woedend als hij hoort dat ze nooit van hem zullen zijn. Een van de meisjes wordt ontvoerd, maar gelukkig weet Li Yung haar terug te halen. Hierbij komt de ontvoerder alleen wel om het leven. De lokale gangster is woedend en zoekt hulp bij een nabij gelegen primitieve stam. Dit loopt uit in een gigantisch bloedbad waar zelfs de keizer even geen antwoord op heeft.

De titel van de film heeft iets wat enorm veel kracht uitstraalt en onmiddellijk nieuwsgierig maakt. Chi Kuan Chun is absoluut een acteur die zoiets wel waar ze kunnen maken. De opening van de film beloofd dus ook veel goeds. Onmiddellijk beginnen we met spetterende actie en Chi Kuan Chun is zo bruut als hij zijn kan. Daarna gebeurd er echter iets wat niet echt gebruikelijk is in een kung fu film. De actie verdwijnt en we gaan op een soort ontdekkingsreis door Taiwan. Samen met de keizer, Li Yung en zijn bediende gaan we van stad naar stad. We krijgen wat info over de typische gebruiken van het land en er wordt vooral veel over eten gesproken. Hier en daar wordt er even een goede daad verricht, een bordeel bezocht of iemand uit de problemen gered. In het begin is dit nog wel boeiend maar langzaam maar zeker sluipt de verveling er in. Dit gebeurt vooral als de keizer samen met zijn bediende, die een eunuch blijkt te zijn, een bordeel bezoekt. Wat grappig bedoeld is komt niet zo over en het probleem zit hem vooral in het feit dat het te lang duurt. Na deze scène gaat de reis gewoon verder en is er nog geen enkel spoor van een boef of echt verhaal te bekennen. Maar net als de verveling echt begint toe slaat komt hier verandering in. Langzaam maar zeker wordt er een boef geïntroduceerd en beginnen de personages die we eerder zagen een rol te spelen. Tevens wordt er vanaf dit moment ook weer gevochten. Maar dit weet de film nog niet te redden. De redding komt pas als Chi Kuan Chun het op moet nemen tegen een misplaatste wilde stam. Met hun geverfde gezichten en hoofdbanden doen deze mensen erg aan indianen denken. Ze vechten ook nog eens met pijl en boog, speren en kleine hakbijlen. Helemaal alleen neemt Chi Kuan Chun het op tegen een enorme overmacht. Dit is iets wat erg doet denken aan een Chang Cheh film. Bloed vloeit dus ook rijkelijk en wapens vliegen in het rond. De uitkomst van deze strijd grijpt bijzonder aan maar betekent nog niet het einde van de film. De strijd woedt nog voort na een rust pauze en wordt man tegen man beslist. Het einde van de film maakt dus een heleboel van de gebreken goed. Als geheel ziet de film er goed verzorgd uit. Er zijn voldoende figuranten op de been en veel variatie in de omgeving. Aan de kleding is genoeg aandacht besteed en vooral Chi Kuan Chun ziet er indrukwekkend uit. Zijn vechtstijl is direct en hij baant zich hiermee een weg door enorm veel tegenstanders. Zijn schopwerk is niet echt wat het zou moeten zijn maar zijn handen maken dit meer dan goed. Verder zijn het Choi Wang en Ching Ching die het meest opvallen. Beide erg grof, maar brute vechters. Verwacht dus ook niet veel acrobatiek in deze film. Qua verhaal is 'Iron neck Li' absoluut een opvallende film in het genre. Keizer Chien Lung was een historische figuur die vooral bekend stond om zijn reizen door Azië. De Shaw brothers maakte meerdere films over hem en er zijn maar weinig individuele producers die zich hieraan gewaagd hebben. Wat dat betreft is dit dus absoluut een bijzondere film. Het enige probleem is dat je wel even door het midden heen moet. Het einde maakt dit echter voldoende goed.

Copyright kungfufilms.nl (2005)