Als Ah Chui (Jacky Liu) een jaar of vijf is wordt de
school van zijn vader aangevallen. Gangster Chu Chai Shu (Carter Wong)
had een nog onafgehandelde zaak met de jongen z’n vader en wil daarom
zijn hele familie uitroeien. De verrassingsaanval is succesvol. Alleen
Ah Chui weet te ontkomen Chu Chai Shu stuurt meteen een van zijn mannen
achter hem aan. Deze kan het alleen niet over zijn hart verkrijgen om Ah
Chui in koele bloede te doden. Hij laat hem gaan en verteld aan zijn
baas dat hij hem gedood heeft. De jongen groeit op als wees bij een
restaurant aan een rivier. Hier helpt hij in de keuken en bij de
bediening van de arbeiders. Het is een behoorlijk liefdeloos bestaan..
Zijn baas geeft alleen maar om geld. Echt handig is Ah Chui niet en
hierdoor breekt hij nog wel eens wat. Dit soort ongelukjes worden ook
continue ingehouden van zijn salaris. Maar het kan Ah Chui eigenlijk
maar weinig schelen. Wat hem wel enigszins dwars zit is dat hij
regelmatig in elkaar geslagen wordt. Hij zou dus ook graag kung fu
leren. De enige die hem echt serieus neemt is Pok Chai (Jason Pai Piao.
Regelmatig helpt hij de jongen uit benauwde posities. Het is dus ook
onvermijdelijk dat Ah Chui aan hem vraagt of hij hem kung fu wil leren.
Pok Chai gaat met wat moeite akkoord maar zegt dat hij eerst wat zaken
moet afhandelen. Ah Chui moet van hem maar wachten op zijn terug keer.
Hij zegt er alleen wel bij dat als hij niet terug zou komen hij moet
zoeken naar een man met een gouden ring. Deze man zal hem dan kung fu
leren.
Zoals vele weten werd met Jackie
Chan’s ‘Snake eagles shadow’ het kung fu komedie genre geboren. Dit
zorgde er voor dat er meteen een explosie kwam van films in deze stijl.
‘Funny kung fu’ is geen direct kopie maar volgt wel de zelfde lijn.
Kwalitatief gezien is de film ook niet van het zelfde niveau. Het
verhaal vertoond diverse gaten en is wat aan de trage kant. Toch ziet
alles er goed verzorgd en compleet uit. Dit komt voor al door de
locaties waar gefilmd is. Het restaurant staat naast een brede rivier.
Hier is de hout industrie in volle bloei en het water word gebruikt als
transport middel. Dit zorgt voor mooie beelden en een realistische
uitstraling. Een goed begin dus. Later verplaatst alles zich eigenlijk
naar het aangrenzende dorp en de bossen. Maar prachtige watervallen en
mooie huizen zorgen er voor dat ook hier genoeg te zien is. Het zelfde
geldt eigenlijk voor de personages. Hier zit voldoende variatie en kleur
in. Jackie Liu speelt zijn rol goed. Hij is een voortreffelijk acrobaat
maar wat vecht technieken betreft is hij wat beperkt. Zijn bewegingen
zijn wat aan de trage kant en ongepolijst. Dit zorgt er voor dat er niet
echt veel mooie kung fu in deze film te zien is. Waarschijnlijk was de
regisseur Kenneth Tsang zich hier goed van bewust. De nadruk ligt dus
ook niet op de gevechten. De kracht van de film zit hem in andere zaken.
Dit is deels de frisse blik op de trainingsscènes. Eerst probeert Jacky
Liu kung fu te leren door allerlei beesten te bestuderen. Dit heeft een
heleboel stommiteiten als gevolg. Dit is super droog weergegeven en
tovert gegarandeerd een glimlach op het gezicht. Later denkt hij een
kung fu meester gevonden te hebben. Stiekem bestudeerd hij de man net
als hij eerder bij de dieren deed. Het resultaat is dat hij alles als
training ziet en zichzelf aan de meeste debiele test onderwerpt. Pas
later komt het echte werk. De constructie die hier gemaakt zijn om
snelheid en kracht te trainen zijn erg inventief. Opvallend is dat
Carter Wong een rol in ‘Funny kung fu’ speelt. Dit is niet echt iemand
die je vaak in kung fu komedie zal zien. En de rol die hij neerzet is
net zo verrassend. Hij speelt namelijk de schurk van het verhaal. Slecht
is zijn prestatie niet te noemen. Maar het mag gezegd worden dat er
best wat meer ingezeten had. Hij heeft niet echt die boosaardige
uitstraling die een schurk juist zo geweldig moet maken. In zijn kung fu
is zoals altijd erg krachtig en direct en dit maakt het leuk om naar te
kijken. Vooral het camerawerk wat lekker met het gevecht mee beweegt
maakt het erg aantrekkelijk. Andere belangrijke rollen worden vertolkt
door Jason Pai Piao en Michelle Lai. De laatste neemt de vrouwelijke
hoofdrol voor haar rekening en doet dit erg charmant. Nu staat zij niet
echt bekend als kung fu actrice en we krijgen haar dus ook niet vechtend
te zien. Voor de soundtrack hebben ze de muziek van 'Bandolero!' een
spaghetti western geleend. Dit vrolijke deuntje komt door de gehele film
te pas en te onpas terug. Het is dus ook niet vreemd dat je dagen later
nog steeds dat muziekje loopt te fluiten of te neuriën. ‘Funny kung fu’
is geen super film die je compleet omver blaast. Toch is het een leuk
geheel die zeker anderhalf uur weet te vermaken.
Copyright
kungfufilms.nl (2006) |