|
In een gemoedelijk
dorpje ergens in China is het goed om te wonen. Er gebeuren nooit echt
bijzondere dingen en iedereen houdt altijd rekening met de andere
dorpsgenoten. Maar hier zal snel verandering in komen want dit is
natuurlijk de ideale plek voor gangsters om de dorpelingen af te persen.
Een oude kung fu meester (Kwan Hoi San) met niet veel goeds in de zin,
ziet zijn kans schoon. Hij beïnvloed de oudste leerling van de lokale
kung fu school om samen de school en het dorp over te nemen. Het toeval
wil ook nog eens dat de oude meester al jaren een vete heeft lopen met
de leraar van deze school. Langzaam maar zeker begint de oudste leerling
met het terroriseren van zijn medeleerlingen. Dit lukt hem uitermate
goed aangezien zijn leraar voor zaken het dorp uit is. Mo (Yuen Bo) is
een van de weinige die hier iets aan durft te doen maar hij is gewoon
niet sterk genoeg. Echter wanneer de leraar terug komt zet de slechte kung fu
meester zijn plan door en maakt korte metten met zijn rivaal. Alle
leerlingen schikken zich angstig naar hun nieuwe leraar, behalve Mo. Hij
vlucht weg, maar heeft geen idee waar naar toe. Jaren geleden verloor hij
zijn ouders en de kung fu school was het enige wat hij nog had. Eenzaam
loopt hij maar wat te slenteren tot iemand een poging doet hem te
beroven. De dief is niet helemaal succesvol, ze zijn ongeveer even
sterk. Uiteindelijk staken ze het gevecht en worden ze vrienden. De
dief stelt zich voor als Lobo (Chan Kwok Kuen). Hij is een zwerver die
het leven niet echt serieus neemt en ze besluiten samen er maar iets van
te maken. Maar als ze zien hoe de nieuwe eigenaar van de school het
iedereen in het dorp moeilijk maakt vinden ze toch dat ze er iets aan
moeten doen. Het enige probleem dat ze hebben is dat er niemand is die
ze kung fu kan leren. Ze besluiten om in de hele regio alle scholen af
te gaan om zo de kunst van de meesters af te kijken. Echt effect heeft
dit niet, want als de uiteindelijk confrontatie volgt loopt dit niet zo
af als dit zou moeten.
Een kung fu komedie
met de nadruk op de komedie of liever gezegd geneuzel. Echt overdreven
grappen zijn het namelijk niet. Het zijn meer gewoon belevenissen van
twee simpele zielen die allerlei stommiteiten begaan. Er gebeurt dus ook
niet echt veel bijzonders maar de film begint wel met een goed gevecht.
Kwan Hoi San laat even zien wat hij in huis heeft en daarna gaan we over
na een training in een kung fu school. Ook hier wordt heel even gevochten, maar daarna wordt het een hele tijd rustig. Voor een lange periode
krijgen we te zien hoe Chan Kwok Kuen appels en nog allerlei ander zaken
probeert te stelen. Dit gaat gepaard met het trekken van een heleboel
domme koppen en andere overbodigheden. Ondanks het feit dat er niet echt
iets gebeurd is dit nog best vermakelijk om te zien. Het is alleen wel
zo dat het wachten op de volgende vechtscène erg lang duurt. Hierdoor
heb je het op een gegeven moment wel gezien en wordt het wat saai. De
bekende grappen passeren allemaal de revue en we gaan van het bordeel
naar de goktent naar een restaurant. Het enige cliché wat ontbreekt is
de laxeermiddel grap. Toch konden ze het niet laten om toch een grap met
als onderwerp de stoelgang in de film te verwerken. Het kost me moeite
om te zeggen dat deze nog leuk en origineel is ook. Dit komt
hoofdzakelijk door de manier waarop Chan Kwok Kuen deze tot uitvoering
brengt. Kwajongens streken blijven altijd leuk om naar te kijken. Als er
wraak genomen moet worden zou je verwachten dat er een echte kung fu
leraar ten tonele zou moeten verschijnen. Verbazingwekkend genoeg is dit
niet het geval. Hiermee worden opeens alle regels van de kung fu film
genegeert en een totaal eigen weg gekozen. Op zich erg verassend, maar is dit waar de kung fu film liefhebber op zit te
wachten. Het belangrijkste is toch dat er goeie trainingen en gevechten
in een film zitten en van het laatste ontbreekt ieder spoor. De gevechten
zijn ook erg mat tot we bij de laatste twintig minuten aankomen. Voor het
verhaal klopt het wel, want er is getraind om een beter niveau te
krijgen. Maar frustrerend is het wel want hier blijkt dus dat Yuen Bo
zich al die tijd in heeft lopen houden. Een uur lang zit je naar matige
gevechten te kijken terwijl iemand het gewoon beter kan en dat is erg
jammer. Het is duidelijk te zien dat Yuen Bo zijn achtergrond in Peking
opera heeft. Met gemak hanteert hij diverse wapens en maakt salto’s als
of het niets is. Alleen door zijn wat mager en kleine voorkomen spreekt
hij niet erg aan als held. Misschien dat er om deze reden gekozen is om
meer op het komedie vlak te blijven. Over het algemeen genomen is de
film niet bijzonder slecht. Alleen door het te kort aan goede gevechten
is het gewoon niet wat je van een kung fu film verwacht. ‘The dragon,
the odds’ is dus ook alleen voor de echte verzamelaar leuk om aan te
schaffen. Verder denk ik dat de rest van de mensen enigszins
teleurgesteld zullen worden in het gene wat ze voorgeschoteld krijgen.
Copyright
kungfufilms.nl (2004) |